Vanaf het moment dat ik mijn hoog boven het centrum van Rotterdam gelegen appartement betrok – nu zo’n twee jaar geleden – wachtte ik op de kans om onweer boven de stad te fotograferen. Al die tijd kwam het er maar niet van. Onweer genoeg hoor, maar óf ik was niet thuis, óf slagregens maakte fotograferen onmogelijk, of het was het gewoon net niet. Donderdag was het dan eindelijk raak: een intensief en langdurig onweer met veel ontladingen en – na de eerste buien – beperkte regenval.
Groothoeklens op de camera, camera op statief. Composeren, instellen (ISO 100, f/9 – 30sec, voor de geïnteresseerden), de zelfontspanner op lock en wachten. Het fotograferen zelf is niet heel spannend; je bent grotendeels overgeleverd aan wat de show van Moeder Natuur die avond brengt. Enfin, dat zat deze keer wel goed.
Overigens is onweer en ondergetekende niet persé een goede combinatie. Ik kan er lang naar uitkijken als ik weet dat het eraan komt en op het moment zelf vind ik het heerlijk om juist dan buiten te zijn: op straat, onder een afdakje, of gewoon op m’n balkon. Het punt is dat ik daar vaak net iets te lang blijf staan; vaak tot het moment dat de bliksem en donder écht samenvallen, m’n gehoor weer net wat teveel te verduren krijgt en ik me besef dat ik een paar minuten geleden al naar binnen had moeten gaan om geen onnodige risico’s te lopen. En de volgende keer doe ik dat dan gewoon weer. Tja.