In de categorie belicht zet ik regelmatig een foto uit mijn archief in de schijnwerpers en vertel ik het verhaal achter de foto: van het achtergrondverhaal tot de totstandkoming en technische details. Ditmaal zet ik deze Roodoogmakikikker (Red-Eyed Tree Frog) in de schijnwerpers. Voor de tweede keer eigenlijk.
De Roodoogmakikikker is één van Costa Rica’s kenmerkende en meest geliefde boomkikkers, dankzij de bonte kleuren en patronen. De kikker is ’s nachts actief en verstopt zich overdag tussen de bladeren van bomen. De kans dat je ze overdag met geopende ogen kan waarnemen klein. Gedurende mijn verblijf op Costa Rica had ik al enkele van deze kikker gespot, maar geen enkele toonde enige vorm van activiteit.
Gelukkig bood het Ranario (ook bekend als The Frog Pond) in Monteverde uitkomst. Het is een klein centrum met diverse reptielen, padden en kikkers, dat om bovengenoemde reden ook ’s avonds kan worden bezocht. Met een zaklamp loop je langs de vele terrariums, opzoek naar de kikkers. Eenmaal bij de Roodoogmakikikkers maakte een van de gidsen van het Ranario het glas van het terrarium nog even extra schoon, zodat ik er minder last van zou hebben.
Uiteraard is het gebruik van flitslicht op deze dieren uit den boze: de felle flits kan het netvlies van de kikker zodanig beschadigen dat het beestje in één klap permanent blind is. Gelukkig levert een zaklamp voor de hedendaagse camera’s ook nét voldoende licht op om de dieren voldoende uit te lichten; zeker in combinatie met een statief. Het nadeel bij het gebruik van een zaklamp is echter dat de iris van de kikker zich al snel sluit tot een zeer dun streepje.
Zo aan het begin van de avond waren de kikkers nog niet heel beweeglijk, waardoor ik vaak wel een paar seconde de tijd om de foto te kaderen alvorens de zaklamp op de de kikker te richten. De routine zag er grofweg als volgt uit: door de zaklamp van de kikkers weg te draaien had ik genoeg licht om een compositie te maken en scherp te stellen. Dat laatste moest erg nauwkeurig met de zeer beperkte scherptediepte die ik met de 100mm macro lens op deze afstand had. Op het moment dat alles gereed was richtte ik de zaklamp weer op de kikker en drukte op de ontspanknop. Dat ritueel herhaalde zich in eerste instantie een aantal keer tot ik de juiste hoek en afstand van het licht te pakken had en de belichting goed stond ingesteld.
Met een ISO-waarde tussen de 400 en 1600 liepen de sluitertijden vervolgens uiteen van 1,5 tot 6 seconde. Niet elke kikker zat stil genoeg, dus er waren nog aardig wat foto’s voor nodig om tot enkele keepers te komen, waar dit er één van is. Ik had m’n gevoeligheid natuurlijk nog wel wat verder op kunnen krikken (de Canon 5D mkII leverde nog prima resultaten bij ISO 3200) maar constateerde dat het weinig uitmaakte: een kikker zat óf stil, óf niet en in het laatste geval was een sluitertijd van een halve seconde ook teveel geweest. Het bewijs daarvan wordt door deze foto geleverd: een sluitertijd van 6 seconde bij f/11 en ISO 400. Of nouja; 1-op-1 bekeken is de foto niet de scherpste die ik ooit gemaakt heb, maar de pose van de kikker, de belichting en de compositie maken dat meer dan goed, toch?